Ons standpunt over de Ammoniakmaatregelen in verband met Natura2000

[28-dec-2007] Rond de Peel liggen al sinds jaren zóveel varkens- en kippenboerderijen, dat ze samen veel meer vuile lucht uitblazen en laten neerslaan op de Peel dan nog gezond is voor een normale ontwikkeling van een typisch ‘voedselarm’ en door Europa beschermd natuurgebied. Ook veehouderijen op grotere afstand dragen daar overigens veel aan bij.

In het jargon zeg je dan: Er liggen zoveel intensieve veehouderijen, en hun gezamelijke ammoniak-emissie is dermate groot, dat hun totale depostie op de Peel, al helemaal samen met de z.g. achtergronddepositie, belangrijk groter is dan de schadedrempel voor de voor stikstof gevoelige natuurgebieden in het algemeen en deprioritaire habitats uit de Natura2000-gebieden in het bijzonder.

De Nederlandse overheid is al herhaaldelijk door Europa op de vingers getikt dat men te veel ammoniakuitstoot toelaat. Die overheid zegt wel maatregelen te willen nemen, maar wil, zacht gezegd, ook het belang van de boeren niet uit het oog verliezen. De maatregelen mogen van de politiek vooral niet teveel pijn doen, dus is de overheid zo laks dat ze het probleem niet alleen laat voortbestaan, maar de boeren zelfs nog steeds meer dieren laat houden, terwijl ze er dan maar op hopen dat het voorschrijven van technische verbeteringen (zoals luchtwassers) de problemen op den duur wel zullen oplossen. U voelt wel dat wij daar niet zoveel vertrouwen in hebben…

 

Actueel
Onlangs kwam het ministerie met een nieuw ’toetsingskader’. We zijn daartegen, omdat ze tegelijk met de technische maatregelen aan de stallen het aantal dieren weer laten toenemen. Wanneer je auto rijdt en je ziet dat een botsing onvermijdelijk is, trap je zo hard mogelijk op de rem. Je gaat dan toch ook niet remmen en tegelijkertijd gas geven!

Uit een onderzoek van Alterra (maar we wisten het al langer) blijkt duidelijk dat je er met emissie-arme stallen niet komt. Je zult het aantal dieren moeten verminderen. Wanneer dat deze periode niet kan, moeten we op zijn minst zorgen dat er niet nog meer bij kunnen komen! Ook zal de emissie van het mest uitrijden verder verminderd moeten worden.

Zie verder de brief met het standpunt van de natuurgeleding bij het opstellen van het beheersplan voor de Natura2000-gebieden in de Peel betreffende wat de maatregelen op ammoniakgebied zouden moeten zijn.

Vereiste ammoniakmaatregelen in dit beheerplan

(brief van 4 december 2007; onderdeel van de reactie van de Natuurgeleding op het concept-natuurbeheersplan voor de Natura2000-gebieden.)

Uit diverse onderzoeken is bekend dat in 2015 in de Peel de kritische depositie niet zal worden gehaald. De natuurgeleding is daarom van mening dat ervoor gezorgd dient te worden dat het aantal dieren in de Peelregio niet nog verder kan toenemen. Het resultaat van de te treffen technische maatregelen wordt anders deels teniet gedaan en in de toekomst wordt verdere reductie bemoeilijkt.

Daarom zou de huidige dierrechtenregio (midden-Brabant tot Midden Limburg) verkleind moeten worden tot een “Peelregio”, ongeveer gelijk aan de 30-km-zone uit het Alterra-rapport, rekening houdend met gemeentegrenzen. Het rundvee is dan weliswaar niet afgegrendeld (daar gelden geen dierrechten voor), maar tot de datum dat het melkquotum wordt afgeschaft, is dat niet zo’n probleem.

Zo’n kleinere dierrechtenregio is veel gemakkelijker dan het opzetten van een altijd ingewikkelde salderingsmethode. Bij salderen zou je bij elke bedrijfswijziging binnen die zone moeten gaan rekenen en ammoniak verplaatsen. Dat zou enorm veel werk inhouden. Wanneer er zo’n kleinere dierrechtenregio ingesteld wordt, heeft de natuurbeweging geen probleem meer met het ’toetsingskader’.

Er valt dan te praten over het daarnaast nog salderen voor de gevallen die boven de 5 % uitkomen (tot bijv. maximaal 300 mol NHx op de rand; samen met de NOx geeft dat ongeveer 400 mol N). Knelgevallen zouden dan bijna niet meer bestaan.

Het ’toetsingskader’ zou dan wel eerlijk toegepast moeten worden. Dat wil zeggen: niet het onderzoek berekenen met OPS en vervolgens de individuele bedrijven berekenen met AAgroStacks. Of de verhouding tussen die twee methoden moet goed onderzocht zijn en bij verschil moet worden gecorrigeerd.

De berekening met ‘Stacks’ is erg omslachtig en tijdrovend. En bovenal is het voor derden niet te controleren. Het is bijna niet na te gaan of de opgegeven waarden voor de emissiehoogte, emissiediameter en emissiesnelheid juist zijn. En die beïnvloeden wel enorm het resultaat. Wij zijn daarom voorstander van een eenvoudiger methode zoals de oude ‘afstandstabel’. Het is ook helemaal niet zeker of Stacks betrouwbaarder is. Er zitten wel meer variabelen in het model, maar ijken op de werkelijkheid is niet mogelijk (de depositie van één bedrijf is niet te meten; je meet altijd alles).

P.S.: bij het bovenstaande stelt de natuurgeleding wel de volgende voorwaarden:

  1. In 2010 zijn alle bestaande stallen emissiearm ingericht, door het volledig van kracht worden van het Ontwerpbesluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Stcr. 2005,nr. 675).
  2. Zeker is dat Nederland in 2010 voldoet aan het nationale emissieplafond van de Europese NEC-richtlijn.
  3. Op 1 januari 2008 is een ammoniak-meetsysteem in werking in een representatieve groep van vijf Natura 2000-gebieden waarmee kan worden geverifieerd of de berekende daling van de ammoniakdepositie op deze vijf gebieden ook daadwerkelijk en in voldoende mate plaatsvindt.
  4. Op 1 januari 2009 is overeenstemming bereikt over een pakket van maatregelen dat waarborgt dat de dalende lijn van de landelijke ammoniakemissie ook na 2010 wordt voortgezet, en dat uiteindelijk leidt tot het bereiken van de kritische depositie op alle Natura 2000-gebieden.
  5. In 2020 geldt voor Nederland een Europees of nationaal vastgelegd NEC plafond van 86.000 ton ammoniak, met een nationaal vastgelegd tussentijds plafond van 107.000 ton in 2015.