Wat we bereikt hebben

Werkgroep behoud de Peel zet zich in voor het behoud en herstel van het Peelgebied als een hoogveen(achtig) landschap. Dit doel is een lange strijd, met veel vallen en opstaan. Vaak zijn we in staat om door middel van onze inspraak in overlegorganen, of middels zienswijzen en bezwaren, invloed uit te oefenen op beleid en regelgeving. Maar soms zijn we genoodzaakt een stap verder te gaan en rest ons geen andere mogelijk dan de rechter of raad van State te vragen uitspraak te doen over een zaak.

Hieronder volgt een opsomming van enkele mijlpalen in onze jarenlange strijd.

(2022) Overleg met Remkes over de stikstofproblematiek

Door het werk van Werkgroep Behoud de Peel van de afgelopen decennia, zijn we een organisatie geworden die ertoe doet. Niet voor niets was onze werkgroep op 15 augustus 2022, net als een aantal andere natuur- en milieuorganisaties, aanwezig bij het overleg met bemiddelaar Johan Remkes en ministers Van Der Wal (Natuur en Stikstof) en Jetten (Klimaat). De conclusie bij de bijeenkomst over de stikstofaanpak was dat de afzwakking van de doelen er niet in zit. De organisaties houden vast aan het jaar 2030 waarin de stikstofuitstoot met 50 procent verlaagd moet zijn.

(2021) Beroep tegen beregeningsvrijstelling in Beheerplan Peelvenen

In 2017 kwamen de Provinvies Limburg en Noord-Brabant met een nieuw Beheerplan voor de Groote Peel, Deurnsche Peel & Mariapeel (Peelvenen). In dit beheerplan werd geregeld dat er een vergunningvrijstelling (voor de Wnb) zou komen voor beregeningen in de bufferzones van de Peel. Werkgroep Behoud de Peel was het daar niet mee eens, omdat uit onderzoek blijkt dat er wel degelijk schade optreedt door beregening. De Raad van State stelt WBdP in het gelijk en concludeert dat deze vrijstelling in het Natura 2000-beheerplan Peelvenen uit 2017 niet rechtmatig is op grond van wetgeving rondom Natura 2000-gebieden. “Provincies hebben de taak om in Natura 2000-gebieden flora en fauna te beschermen”, aldus de Raad van State.

(2019) De beruchte/beroemde PAS-uitspraak

Werkgroep Behoud de Peel heeft in 2019 beroep aangetekend tegen het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State twee uitspraken gedaan in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Conclusie is dat het PAS niet meer gebruikt wordt als basis voor toestemming voor activiteiten. Het PAS maakte het kortgezegd mogelijk om stikstof uitstotende activiteiten toe te laten, vooruitlopend op de positieve effecten van PAS-maatregelen.

Het systeem bleek niet in overeenstemming met de zogeheten Europese Habitatrichtlijn. Die is opgesteld door de Europese Unie en hierin staat aangegeven welke diersoorten en natuurgebieden beschermd moeten worden.

Met die Europese regels in de hand stapte Werkgroep Behoud de Peel naar de Raad van State, omdat volgens ons het stikstofbeleid van het rijk hiermee in strijd is. De natuurvergunningen aan veehouderijen hadden dus niet verleend mogen worden. De Raad van State was het hier dus mee eens: het Programma Aanpak Stikstof mag niet als basis voor toestemming voor uitbreiding of nieuwbouw van veehouderijen, het bemesten van grond, het weiden van vee of de aanleg van wegen worden gebruikt.

(2015) RvS-uitspraak: rekening houden met cumulatief effect

Werkgroep Behoud de Peel heeft beroep aangetekend tegen een vergunning voor de uitbreiding van een stal. De provincie, die de vergunning verleende, stelde dat de uitbreiding van het bedrijf geen nadelig effect op de Peel zou hebben, omdat de toename door de uitbreiding zeer gering was. Werkgroep Behoud de Peel was het hier niet mee eens en stapte naar de raad van State. Wij stelden in ons bezwaar en beroep dat bij deze redenatie van de provincie het cumulatief effect verwaarloosd wordt. Als het alleen om deze ene uitbreiding zou gaan, zou het inderdaad voor de Peel geen probleem zijn. Dat is echter helaas niet het geval. De provincies (meervoud: provincie Limburg hanteerde dezelfde werkwijze) verleenden op deze manier toestemming voor vele uitbreidingen. Cumulatief hebben al die kleine toenames toch een significant effect. De Raad van State gaf ons gelijk. Het feit dat provincies vanaf dat moment ook het cumulatieve effect in beschouwing moesten nemen in het vergunningentraject was baanbrekend.

(1993) WBdP publiceert plan "De Verheven Peel"

In 1993 publiceerde stichting Werkgroep Behoud de Peel een publicatie met als titel “De Verheven Peel, Beheers- en ontwikkelingsvisie voor het gebied van de Deurnese Peel/Mariapeel en omgeving”, waarin bovengeschetste kansrijke situatie uitgebreid werd beschreven. Met financiële steun van het Wereld Natuur Fonds en de stichting DOEN! van de Nationale Postcodeloterij werd vervolgens door de werkgroep een educatie- en voorlichtingscampagne gestart, waarin vanaf 1994 deze kansrijke situatie gepromoot werd middels het zogenaamde Verheven-Peelplan. Mede hierdoor besloot de overheid in 1999 om 1178 hectare zogenaamde EHS (Ecologische Hoofd Structuur) -gronden in het Verheven Peelgebied te gaan aankopen, gedeeltelijk zelfs via de in Nederland bij natuurontwikkeling nog nooit toegepaste onteigeningssystematiek. Het doel van de overheid was oorspronkelijk deze gronden uiterlijk in 2018 te hebben verworven. Door gewijzigd overheidsbeleid, mede veroorzaakt door economische recessie, is de aankoop van EHS-gronden echter op een wat langere baan geschoven.

(1993 - nu) Beleidsbeïnvloeding & verbeteringsplannen

Omdat met het ageren tegen bedreigingen van buitenaf de situatie voor de Peel nooit beter wordt, is WBdP zich ook gaan richten op het maken van verbeteringsplannen. Zo werd onder andere de Verheven Peel-visie ontwikkeld, een plan om de Deurnese Peel en Mariapeel aan elkaar te laten groeien tot één groot en adequaat beschermd natuurgebied. Mede als gevolg van dit plan werd er rond deze twee Peelgebieden relatief veel nieuwe natuur aangewezen. De samenwerking van WBdP met een aantal landbouworganisaties leidde er toe dat tussen deze twee Peelgebieden in door de overheid drie glastuinbouwbedrijven werden aangekocht. Deze eerste belangrijke aankopen hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat er voor deze twee Peelgebieden
daarna een landinrichting werd gestart. Inmiddels zijn via die landinrichting alle zeven glastuinbouwbedrijven tussen de Deurnese Peel en Mariapeel
aangekocht, plus alle verdere inliggende landbouwgronden. Die verworven landbouwgronden zijn enkele jaren geleden ingericht als natuurgebied. Aan beide kanten van de Helenavaart is een strook van 200 m breed ingepolderd. Daar worden de huizen en de cultuurwaarden droog gehouden. Buiten die 200-m-zone, tegen de Peel aan, worden de voormalige landbouwgronden geleidelijk aan vernat, teneinde ook de bestaande Peel natter en vooral stabieler nat te kunnen houden. Heel belangrijk daarbij is dat een diepe, sterk de Peel ontwaterende sloot is gedicht. WBdP is bij deze planvorming intensief betrokken geweest. Ook de oostkant van de Mariapeel is uitgebreid met (helaas slechts weinig) nieuwe natuur.

(1980 - nu) Acties tegen bedreigingen van buitenaf

Al snel kwam de Werkgroep er achter dat ook beheerswerk niet voldoende is. De Peel is tegenwoordig veel kleiner dan vroeger en staat erg onder druk van bedreigingen van buitenaf. De belangrijkste daarvan vloeien voort uit de moderne landbouw. Door de diepe ontwatering en beregening uit grondwater werd het landbouwgebied rond de Peel veel droger. Daardoor zakt het water uit de Peel vooral ’s zomers veel sneller weg. De ammoniakuitstoot uit de enorme intensieve veehouderij in de regio zorgde daarnaast voor steeds meer stikstof -en dus te veel voedingsstoffen- in de Peel. Vanaf begin jaren ’80 is WBdP zich daarom in Limburgse en Brabantse gemeenten rondom de Peel in gaan zetten tegen verdere verdroging en tegen meer ammoniakuitstoot. Niet alleen rond de Deurnese Peel, maar ook rond de Groote Peel, Mariapeel, Klotterpeel, Heidse Peel en de Peelrestanten ten zuiden van de Noordervaart. Daarnaast werd aantasting van de openheid van het landschap rond de Peel, bijvoorbeeld door glastuinbouw, aangevochten.

Vooral op ammoniakgebied resulteerde het in vele bezwaren tegen gemeentelijke milieuvergunningen. Naast die bezwaren werd ook veelvuldig overleg met gemeenten en agrariërs gevoerd. Mede door deze acties gingen de gemeenten over tot een eigen stand-still-beleid en veranderde ook de landelijke wetgeving ten goede. Bij de ‘wateracties’ is de jarenlange strijd voor een hydrologische beschermingszone rond de Groote Peel een duidelijk voorbeeld. De Werkgroep maakte op grond van de  natuurbeschermingswet bezwaren tegen nieuwe sloten, drainages en beregeningen, die verdere verdroging van de Peel veroorzaakten. Dit leidde er toe dat er onderzoeken gedaan werden en dat rond de Groote Peel een bufferzone van 2 km breed werd ingesteld. Ook rond de andere Peelgebieden kon daarna met behulp van de Natuurbeschermingswet in een vergelijkbare zone rond het natuurgebied verdere verdroging worden tegengegaan. Met deze strijd voor de externe bescherming is WBdP nog steeds bezig, vaak met succes. Behalve voor de Peel zelf, hebben de acties van WBdP waarschijnlijk ook voor andere natuurgebieden gevolg gehad. De acties zullen hebben bijgedragen aan het besef dat de natuur alleen kan worden beschermd door afdoende veiligstelling tegen aantastingen van buitenaf.

(jaren '80) Beheerswerkzaamheden Deurnsche Peel

Zo gauw de Deurnsche Peel in 1980 definitief een natuurmonument geworden was, begon WBdP, na toestemming van gemeente Deurne, met het
verrichten van beheerswerk. Alleen een grensbescherming was namelijk niet voldoende. Het gebied werd nog steeds ontwaterd door de vele afwateringssloten die t.b.v. de verveningen waren gegraven. Met de hulp van vrijwilligers heeft de Werkgroep talloze slootjes afgedamd, waardoor de waterstand weer steeg. De grotere sloten en de zijkanalen (‘wijken’) werden afgedamd met een graafmachine die door Deurne beschikbaar werd gesteld. Ook startte WBdP met het omzagen van berkenbomen die er als gevolg van de uitdroging waren gaan groeien. Dit om het van nature open landschap van het hoogveen te behouden en te herstellen. Dit beheerswerk heeft de Werkgroep daarna vele jaren vol gehouden, niet in de laatste plaats dank zij de niet aflatende hulp van vele andere vrijwilligers. Dank zij dit werk kreeg de Deurnsche Peel (+ delen van de Mariapeel en Heidse Peel) deels haar hoogveenkarakter (nat, voedselarm en open) weer terug.

(1979) Bescherming van het Grauwveen in de gemeente Horst

In 1979 trok de Werkgroep zich ook het lot aan van het Peelrestant ‘het Grauwveen’ in de gemeente Horst. De particuliere eigenaar daarvan wilde er het grootste deel van de turf uitgraven. De Werkgroep, inmiddels van naam veranderd in Werkgroep Behoud de Peel (WBdP), stak daar een stokje voor. Het Grauwveen werd overgedragen aan Staatsbosbeheer en werd eveneens een beschermd natuurmonument.

(1978-1980) Oprichting Werkgroep en bescherming Deurnsche Peel

Vanaf begin jaren zeventig werd er door de Milieugroep Groot Deurne en de Progressieve Partij Deurne actie gevoerd tegen het veen afgraven in de Deurnsche Peel. In 1978 werd daar de Werkgroep Deurnsche Peel uit opgericht. De Werkgroep zette de acties tegen de verdere verveningsplannen van de gemeente Deurne voort. In 1979 leidde dat tot de voorlopige aanwijzing van de Deurnsche Peel als beschermd natuurmonument, door de toenmalige staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM). De gemeente en agrariërs gingen nog tegen de aanwijzing in beroep, maar dit werd afgewezen. In december 1980 was de Deurnsche Peel definitief beschermd.