Stikstof en de Peel

Rond de Peel liggen vele grote varkens- en kippenboerderijen, die vanwege de uitwerpselen van al die dieren veel ammoniak uitstoten. Die ammoniak (NH3 : een verbinding van stikstof (N2) en waterstof (H2)) slaat voor een deel neer op natuurgebieden als de Peel, meer dan gezond is voor een normale ontwikkeling van een typisch ‘voedselarm’ natuurgebied zoals de Peel. Ook veehouderijen op grotere afstand dragen daar overigens veel aan bij. Binnen Nederland wordt de Peel naar verhouding erg zwaar getroffen door dit probleem.

Depositie stikstof op de Peel

In het jargon zeg je dan: er liggen zoveel ‘intensieve veehouderijen’, en het aantal dierplaatsen en hun gezamelijke ‘ammoniakemissie’ is zó groot, dat de totale ‘depositie’ op de Peel, samen met de ‘achtergronddepositie’, stukken groter is dan de ‘schadedrempel’ voor de voor ‘stikstof gevoelige natuurgebieden’ in het algemeen en de ‘prioritaire habitats’ in de ‘Natura2000-gebieden’ in het bijzonder.

De Nederlandse overheid is al herhaaldelijk door Europa op de vingers getikt dat men te veel ammoniakuitstoot toelaat. Die overheid zegt wel maatregelen te willen nemen, maar wil, zacht gezegd, ook het belang van de boeren niet uit het oog verliezen. De maatregelen mogen van de politiek vooral niet teveel pijn doen, maar zoals het spreekwoord zegt maken zachte heelmeesters stinkende wonden. En dus laat de overheid het probleem niet alleen voortbestaan, maar laat ze zelfs toe dat de boeren al maar meer dieren houden, terwijl ze er dan maar op hopen dat door het voorschrijven van technische verbeteringen (zoals luchtwassers) de problemen misschien toch nog enigszins verminderen. U voelt wel dat wij daar niet zoveel vertrouwen in hebben. Voor wat betreft de ammoniakuitstoot zijn de Peelgemeenten verreweg de slechste jongetjes van de klas. Onderstaande kaart komt uit een onderzoek uit 2021 van Caeli. Met behulp van real time satellietdata maakt Caeli luchtkwaliteit en emissie wereldwijd inzichtelijk.

Caeli NH3 kaart 2021 werkgroep behoud de peel klein
Waarom kan Ammoniak kwaad?

Ammoniak (NH3 of NH4) draagt sterk bij aan de ongewenste verzuring van de grond. Welliswaar is Ammoniak op zichzelf genomen basisch (het tegendeel van zuur), maar als het wordt opgenomen door bacteriën in de grond blijven er zuren over. In zure bodems kunnen allerlei min of meer giftige metalen, zoals bijv. aluminium, vrijkomen ofwel ‘uitgeloogd worden’. Minstens zo belangrijk voor de natuurgebieden is echter de eutrofiëring. Dit betekent voedselrijker worden. Zeldzame planten en veel soortenrijkdom aan planten vind je in het algemeen in voedselarme gebieden en in overgangen van voedselarm naar ietsje voedselrijker. Ammoniak bestaat voor het grootste deel uit stikstof en dat is een plantenvoedingsstof. Ten gevolge van de ammoniakuitstoot (vanuit de stallen en het uitrijden van de mest) komt er vanuit de lucht zon 5 tot 10 keer meer stikstof in de Peel (en in de meeste andere natuurgebieden in de regio) terecht dan de vegetatie kan verdragen. De zeldzame planten gaan hier op zich niet dood van, maar worden weggeconcureerd door sneller groeiende, algemene soorten.

Verspreidingsgedrag

Met toenemende afstand van de emissiebron, neemt de depositie per oppervlakte snel af. Dit wil echter niet zeggen dat ammoniak zich niet ver verspreidt: volgens het rapport ‘Effecten van ammoniak op de Nederlandse natuur (Alterra) legt ruim 65 % van de ammoniakemissie (uit een bron met een hoogte van 3 meter) een afstand af van meer dan 10 kilometer voordat het wordt gedeponeerd. Je moet dus in een grote regio iets doen om de hoeveelheid ammoniak in een natuurgebied te verminderen.

Achtergronddepositie

De depositie van één bedrijf op de rand van een natuurgebied wordt de directe depositie genoemd. Per oppervlakte is die depositie op korte afstand hoog, maar met toenemende afstand wordt het snel minder. We hebben echter niet met één bedrijf te maken, maar met vele. Zoals hierboven uiteengezet, verspreidt ammoniak zich over grote afstand. Vele bedrijven tezamen in een groot gebied dragen zo allemaal een beetje bij aan de zeer hoge totale ammoniakneerslag die in de natuurgebieden neerkomt. Dit noemt men de achtergronddepositie.

De veel te hoge stikstofneerslag wordt niet alleen veroorzaakt door de landbouw, maar ook door verkeer en industrie. In Nederland – en zeker in de Peelregio – veroorzaakt de landbouw echter wel verreweg het grootste deel. In de Peel is 55 % afkomstig van de landbouw in een zone van 30 km er omheen (46 % uit stal- en opslag en 9 % van het mest aanwenden), 24 % komt uit de rest van Nederland + het buitenland en 21 % is NOx (verkeer en industrie; gegevens van Alterra; onderzoek aan Peel in het kader van het Natura2000 – beheerplan; zie artikel in nieuwsarchief).

De depositie is sinds het maximum van begin jaren ’90 wel gedaald (zo’n 30 %), maar is nog steeds veel te hoog. In de Peel is het gemiddeld nog ruim 3200 mol/ha/j (gegevens Planbureau voor de leefomgeving; zie www.pbl.nl), terwijl de natuur daar eigenlijk maximaal 400 mol/ha/j kan verdragen. Wat een natuurgebied kan verdragen wordt de ‘kritische depositie’ genoemd. Dit verschilt per soort natuur. Het hoogveen in de Peel behoort tot de meest kwetsbare natuur.

De kritische depositie van 400 mol/ha/j is de waarde voor een echt gezond levend hoogveen, met alle soorten die daarin thuishoren. Volgens de hoogveendeskundigen kan het hoogveen in de Peel tijdelijk wat meer depositie verdragen, namelijk 1100 mol. Dan dienen echter de hydrologische omstandigheden wel goed te zijn en bovendien is er dan nog met enige regelmaat beheer nodig (om de overmaat aan voedingsstoffen af te voeren). Welnu: de hydrologie is in de Peel nog lang niet op orde. Bovendien is dat beheer wanneer het gebied stabiel nat is – en dat moet het zijn – zeer lastig uitvoerbaar en brengt het verstoring teweeg. Zelfs onder goede hydrologische omstandigheden kan een depositie van 1100 mol dus alleen maar een tijdelijke tussenwaarde zijn. Het streven moet blijven om op termijn de kritische depositie te bereiken.