Werkgroep Behoud de Peel handhaaft bezwaren na ‘mediation’ met provincie Noord Brabant

[23-feb-2012] Vanaf eind 2010 heeft WBdP diverse bezwaren gemaakt tegen besluiten van G.S. N.-Brabant om toestemming te verlenen voor uitbreiding van veehouderijbedrijven in de omgeving van de Peel. De provincie nam deze besluiten volgens haar Verordening Stikstof Natura2000.

Vanaf eind 2010 heeft WBdP diverse bezwaren gemaakt tegen besluiten van G.S. N.-Brabant om toestemming te verlenen voor uitbreiding van veehouderijbedrijven in de omgeving van de Peel.

De provincie nam deze besluiten volgens haar Verordening Stikstof Natura2000.
WBdP heeft meerdere bezwaren tegen de besluiten:

1) We zijn van mening dat voor uitbreidingen een vergunning vereist is volgens de Natuurbeschermingswet. De provincie stelt dat een besluit volgens haar provinciale Verordening voldoende is.
2) De provincie legaliseert uitbreidingen die vóór 7-12-2004 zonder de vereiste vergunning zijn gerealiseerd. Wij zijn van mening dat dit in strijd is met de Europese regelgeving.
3) De besluiten van de provincie zijn niet inzichtelijk wanneer er wordt gesaldeerd.

Op punt 3) gaan we hieronder verder in:

Wanneer een veehouderij toestemming vraagt voor een uitbreiding, waarbij de ammoniakneerslag op de Peel toeneemt, beoordeelt de provincie of deze uitbreiding kan worden gecompenseerd. Dat compenseren kan door de vergunning van een ander bedrijf nabij de Peel in te trekken. Dit wordt salderen genoemd (per saldo neemt de ammoniakneerlag op de Peel niet toe).

WBdP heeft al jarenlang met dit salderen gewerkt. Vele bedrijven hebben op deze manier een Natuurbeschermingswetvergunning voor een uitbreiding gekregen.

Sinds de provincie de besluiten neemt volgens haar Verordening stikstof kunnen wij echter niet meer beoordelen of er voldoende gesaldeerd is. De provincie laat namelijk in haar besluiten niet meer zien welke vergunning er ingetrokken wordt om de uitbreiding te compenseren.
Wanneer bedrijven hun vergunning intrekken, worden deze intrekkingen door de provincie in een ‘bank’ gestopt. Vervolgens wordt de wegvallende ammoniakneerslag op de Peel van al deze intrekkingen gezamenlijk berekend. Bij een uitbreiding haalt de provincie een bepaalde waarde uit de ‘bank’.

Op deze manier zijn de salderingsbesluiten voor derden niet narekenbaar. Daarvoor moet je kunnen zien met welke intrekking, op welke plek, de uitbreiding wordt gecompenseerd.

Naar aanleiding van onze bezwaren vroeg de provincie of wij overleg wilden om te bezien of er voor onze bezwaren een oplossing gevonden kon worden. WBdP heeft aan deze ‘mediation’ meegedaan.
Daarbij werd ons duidelijk dat de provincie de berekeningen uitvoert met een eigen berekeningsmodel, waarover derden niet beschikken. Bovendien bleek dat zij de intrekkingen met een ander model berekenden dan de uitbreidingen (er werd met twee maten gemeten). De provincie beloofde dit te gaan veranderen.

Bij de ‘mediation’ kwam ook naar voren dat diverse intrekkingen die de provincie in de ’bank’ had zitten al eens eerder waren gebruikt om een uitbreiding te compenseren. Intrekkingen werden dus dubbel gebruikt. Ook hierbij gaf de provincie toe fout te zitten. Ze beloofde alle intrekkingen op dit dubbelgebruik te gaan controleren en de ‘bank’ opnieuw te vullen. Tot die tijd zouden er geen besluiten voor uitbreidingen meer worden genomen. Voor wat betreft het kunnen controleren van de berekeningen stelde de provincie een methode voor, waarbij wij dat steekproefsgewijs zouden kunnen doen. Wij blijven echter van mening dat de Natuurbeschermingswet bij saldering een direct verband tussen de uitbreiding en de intrekking vereist en dat dit ook noodzakelijk is voor de inzichtelijkheid/narekenbaarheid.

Er mag van ons best met een ‘bank’ gewerkt worden, maar bij een uitbreiding moet daar een concrete intrekking uit gehaald worden; niet alleen maar een getal. Tot nu toe heeft de Raad van State dit directe verband tussen uitbreiding en intrekking overigens altijd geëist.

Er is nog een reden waarom ons inziens de door de provincie toegepaste berekeningsmethode niet geoorloofd is. Door de provincie wordt de ammoniakneerslag van alle berekende punten in een gebied bij elkaar opgeteld. Daarbij kan het gebeuren dat een toename in het ene deel van het gebied wordt weggestreept tegen een afname in een ander deel. Volgens de Raad van State mocht dit tot nu toe niet.

WBdP heeft besloten om haar bezwaren te handhaven.