Reactie van Werkgroep Behoud de Peel op de brief van Staatssecr. Dijksma over de PAS

[15-feb-2013] Op 12 februari j.l. stuurde Staatsecretaris S. Dijksma van Economische Zaken een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer, als reactie op de opmerkingen van WBdP over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De staatssecretaris schrijft o.a.: ‘Anders dan de Stichting betoogt is daarbij niet het behalen van de kritische depositiewaarde het doel, maar het uiteindelijk bereiken van een goede stand van instandhouding. Het sneller laten dalen van de achtergronddepositie door middel van de aanvullende generieke landbouwmaatregelen en de herstelmaatregelen dragen aan dit doel bij.’ De reactie van WBdP hierop aan de staatssecretaris en kamerleden van de cie. EZ is het volgende:

WBdP had betoogd dat met de PAS in de Peel slechts een heel geringe depositiereductie bereikt wordt (max. 30%).Wij schreven bovendien dat daarbij ook nog de aanname gedaan wordt dat het aantal dieren regionaal niet toe zal nemen (en dat al die technieken voor 100% werken).

Sinds 2002 is het aantal dieren in de Peelgemeentes volgens de CBS-meitellingen ondanks het dierrechtencompartiment fors gegroeid. Als gevolg van de eisen aan de mestverwerking verwachten wij in de Peelregio een verdere schaalvergroting en ook een verdere groei van de veestapel. Dit wordt nog fors versterkt als de dierrechten + compartimenten komen te vervallen.

De aanname in de PAS dat de veestapel gelijk over het land verdeeld zal blijven, is daarom voor de Peelregio zo goed als zeker een illusie. De in de PAS voorspelde 30% reductie zal niet gehaald worden. => En dus ook de instandhoudingsdoelen niet. De PAS wordt gebouwd op drijfzand.

De instandhoudingsdoelen houden voor de Peel een verbetering in. Doel is in Deurnese Peel en Mariapeel zelfs actief hoogveen. In die zin is de kritische depositie dus wel van belang. Wij beseffen dat die niet snel bereikt zal worden, maar er dient wel zoveel mogelijk naar gestreefd te worden.

Over de ‘herstelmaatregelen’ (verbetering hydrologie en extra beheer) schreven wij: met nog meer beheer maak je de Peel kapot. En bij een betere hydrologie -dringend nodig!- kun je niet of nauwelijks meer beheren, want dan kun je het gebied niet meer in. De ‘herstelmaatregelen’ kunnen in de Peel dus geen reden zijn om extra depositie toe te laten.

Voor alle duidelijkheid nog: indien met maximale inzet op techniek en gelijk aantal dieren slechts 30% reductie bereikt wordt, is het logisch dat dat percentage lager wordt naarmate het aantal dieren toeneemt. Indien de technieken niet voor 100% worden ingezet voor reductie, maar deels voor meer dieren, wordt het probleem voor de toekomst nog moeilijker oplosbaar. Stel bijvoorbeeld dat er in 2020 van de voorspelde 30% reductie als gevolg van meer dieren nog 10% overblijft. De depositie valt dan vervolgens met technieken niet verder meer te verlagen. De allerbeste technieken zijn dan immers al toegepast. De enige echte oplossing -vermindering van het aantal dieren- wordt dan nòg veel lastiger. Nòg meer dieren dan we nu al hebben en allemaal gehuisvest met dure technieken.