Brabants veehouderijbeleid roept vragen op in Limburg

[19-sep-2017] Onlangs heeft provincie N.-Brabant besloten om d.m.v. ‘staldering’ een stand-still in het aantal dieren per regio in te voeren en om de termijn te verkorten waarbinnen oudere stallen emissie-arm gemaakt moeten zijn.
Dit heeft er toe geleid dat in provincie Limburg door de Partij voor de Dieren, Groen Links en Partij Voor de Vrijheid aan G.S. is gevraagd om:

  • Een vergelijking te maken tussen relevante Limburgse en Brabantse regels;
  • In beeld te brengen welke vestigingsmogelijkheden er in Limburg zijn op grond van bestaande bestemmingsplannen, ook van buiten de provincie;
  • Daarbij een beoordeling te maken van de kans op voor Limburg ongewenste grenseffecten;
  • Tevens een beoordeling te maken van het Brabantse “stalderingsbeleid” en de geschiktheid daarvan om problemen in Limburg aan te pakken.

Er is door G.S. toegezegd dat dit uitgevoerd zal worden.

Tegelijkertijd heeft de Kerngroep Limburg Gezonder (waarvan WBdP agendalid is) ook haar ongerustheid aan provincie Limburg kenbaar gemaakt, vanwege de vele problemen die de intensieve veehouderij veroorzaakt. De Kerngroep vraagt de provincie om in haar besluitvorming tenminste gelijk op te trekken met provincie Noord-Brabant. Klik hier voor de brief van Limburg Gezonder de aan de staten fracties.

Op 1 september zijn in provincie Limburg bovenstaande kwesties behandeld in de commissie Ruimte, Landbouw en Natuur (RLN). Een vertegenwoordiger van Limburg Gezonder, een burger die veel overlast ondervindt en WBdP hebben tijdens die vergadering ingesproken (en vragen van de commissieleden beantwoord). WBdP heeft de provincie opgeroepen om net als Brabant ook snel een dier-stand-still per regio in te voeren. Klik hier voor de tekst weergegeven die WBdP aan de commissieleden heeft gestuurd.


In de commissievergadering heeft gedeputeerde Mackus medegedeeld dat de provincie bezig is met het opstellen van een notitie, waarin o.a. de vragen van Partij voor de Dieren, Groen Links en Partij Voor de Vrijheid aan de orde komen.
Op 6 oktober wordt deze notitie in de volgende vergadering van de commissie RLN behandeld.