Kamerbrief over meten en berekenen van stikstof. Gegevens van RIVM van voldoende kwaliteit

[8-mrt-2020] In november 2019 heeft de minister van LNV het ‘Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof’ ingesteld om te toetsen of de gebruikte methodes voor het bepalen van de stikstofdepositie van het RIVM voldoende wetenschappelijk zijn onderbouwd. Dit omdat daar met name door boerenorganisaties aan werd getwijfeld.

Het Adviescollege heeft op 5-3 haar eerste rapportage uitgebracht. De conclusie is dat de wetenschappelijke data en methoden die worden ingezet van voldoende tot goede kwaliteit zijn. De gebruikte aanpak is volgens het Adviescollege geschikt voor het meten en berekenen van de concentratie en depositie van stikstofverbindingen. Ook de relatieve verdeling van de Nederlandse sectorbijdragen aan de depositie op natuurgebieden is voldoende onderbouwd.
Wel stelt het Adviescollege dat er verbeteringen nodig zijn om de kwaliteit van deze gegevens ook in de toekomst te garanderen en om het aantal onzekerheden te verkleinen.

Een goed artikel er over is te lezen in de Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/commissie-geeft-boeren-ongelijk-stikstofmodel-rivm-deugt-wel~bc386eeb/

Boerenorganisaties en enkele politici hadden vooral twijfels bij de stelling van het RIVM dat de landbouw voor 46% verantwoordelijk zou zijn voor de stikstofneerslag en dat de andere sectoren, zoals verkeer en industrie, veel minder zouden bijdragen. Het Mesdagfonds werd door boerenorganisaties ingeschakeld om (met de inputgegevens van het RIVM) de zaken na te rekenen. Onlangs berichtte dit fonds dat de gegevens van het RIVM niet zouden kloppen en dat de landbouwbijdrage geen 46, maar 25% zou zijn. Kort daarna kwam echter uit dat bij deze berekening een fout was gemaakt. (Overigens heeft het Mesdagfonds geen inzicht gegeven in haar methode van berekenen. Dat is typisch, omdat juist het RIVM gebrek aan transparantie werd verweten.)

WBdP heeft zelf onvoldoende deskundigheid in deze materie. Wij gaan daarom uit van de ‘officiële’ gegevens van het RIVM, die behalve nu door dit Adviescollege eerder ook al door TNO bevestigd waren.

Het RIVM heeft haar berekeningen recent ietsje aangepast. Voor Nederland gemiddeld geldt volgens het RIVM dat de landbouw 46% van de depositie veroorzaakt, buitenland 32%, verkeer 11%, industrie en gebouwde omgeving 8% en ammoniak uit zee 2%. Per natuurgebied kan dit flink verschillen.

P.S.: De stikstof die uit het buitenland komt, wordt volgens het RIVM eveneens voor ongeveer de helft veroorzaakt door de landbouw.

Wanneer alleen de Nederlandse bijdrage aan de stikstofneerslag wordt beschouwd, dan is de landbouw voor zo’n 67% de veroorzaker.

Daar komt nog bij dat volgens ecologen de stikstof uit de landbouw -bestaande uit ammoniak (NH3)- voor de natuur veel schadelijkere gevolgen heeft dan de stikstofoxides uit de overige sectoren.