Handhavingsverzoeken veehouderijen

[22-mei-2020] Begin dit jaar stuurden we aan provincie Limburg een brief betreffende handhavingskwesties. Het betrof tien veehouderijbedrijven die van G.S. een vergunning Wet natuurbescherming hadden gekregen op basis van het Programma Aanpak Stikstof. Vanwege beroepen van WBdP zijn deze vergunningen vernietigd. Bij deze bedrijven hebben wij aanwijzingen dat de uitbreiding gerealiseerd is, ondanks het feit dus dat de gevraagde vergunning daarvoor niet is verkregen. (Ter verduidelijking: een vergunning is pas definitief verleend als er geen beroep tegen is ingesteld, of als dat beroep ongegrond is verklaard. Wanneer een ondernemer gedurende de proceduretijd alvast start met de uitbreiding/wijziging, dan is dat op eigen risico.)

In onze brief lieten we G.S. weten dat het ongewenst is om deze niet vergunde belasting op de natuur te laten voortbestaan. We vroegen nog niet direct om handhaving, maar we verzochten G.S. wel om de nodige stappen te zetten, opdat binnen drie maanden, door middel van een nieuwe vergunningsaanvraag, een einde gemaakt kon worden aan de onvergunde situatie. Kort na de eerste brief hebben we nog een vergelijkbare brief met vijf andere gevallen gestuurd.
Op onze brieven hebben we helaas van provincie Limburg gedurende die drie maanden geen reactie gehad. Daarom hebben we op 7-5 een officieel handhavingsverzoek gestuurd betreffende die eerste 10 bedrijven. Binnenkort zal hoogst waarschijnlijk ook zo’n verzoek volgen met betrekking tot de tweede groep van vijf bedrijven.


Eerder -eind 2019- hadden we in Limburg al een handhavingsverzoek ingediend. Het betrof een bedrijf in Venray, dat net als bij de vijftien hierboven genoemde bedrijven, de uitbreiding al gerealiseerd had, terwijl de PAS-vergunning door ons beroep was vernietigd. Op deze brief kregen we onlangs wel een reactie. G.S. van Limburg zijn voornemens om een ‘last onder dwangsom’ op te leggen. Vóór 15 november dient de overtreding ongedaan gemaakt te worden, anders volgt een boete. (Het bedrijf kan hierop nog een zienswijze bij G.S. indienen.)
In Limburg gaat het dus om 16 bedrijven waarbij we de provincie vragen om een einde te maken aan de illegale situatie. Het betreft 7 gevallen in gemeente Peel en Maas, 5 in Nederweert en 4 in Venray.


Op 14 mei jongstleden stuurden we ook aan G.S. van N.-Brabant zo’n brief. Het betreft twee veehouderijen: één in Deurne en één in Someren. Net als bij de gevallen in Limburg vragen we ook hier niet meteen officieel om handhaving, maar verzoeken we de provincie om stappen te ondernemen, zodat binnen drie maanden de zaak kan worden opgelost.


P.S.: In alle gevallen (16 in Limburg en 2 in Brabant) vraagt WBdP dus niet aan de provincie dat de stallen direct worden leeggehaald. We hebben aangegeven dat wat ons betreft de situatie alsnog vergund kan worden door middel van externe saldering (intrekken van vergunning elders, met 30% afroming), ofwel door op het bedrijf zelf de situatie terug te brengen tot de stikstofuitstoot die op dit moment vergund is, ofwel een combinatie van beide.