Handhavingskwesties veehouderij. Het vervolg

[17-aug-2021] Na het winnen van de eerste beroepen tegen vergunningen die verleend waren met het Programma Aanpak Stikstof (de bekende ‘stikstofuitspraak’ van de Raad van State van 29-5-’19) heeft WBdP in een aantal gevallen bij de provincies om handhaving gevraagd. Ons eerste verzoek was eind 2019 aan provincie Limburg. In 2020 volgden nog 15 verzoeken aan Limburg en twee aan provincie N.-Brabant.

Het betrof veehouderijen die van Gedeputeerde Staten een vergunning Wet natuurbescherming hadden gekregen op basis van het PAS. Vanwege beroepen van WBdP waren deze vergunningen vernietigd. Bij de bedrijven waarvoor wij om handhaving verzochten, hadden wij aanwijzingen dat de uitbreiding gerealiseerd was, ondanks het feit dus dat de gevraagde vergunning daarvoor niet was verkregen.

Van provincie N.-Brabant kregen we te horen dat de twee bedrijven waarvoor wij om handhaving hadden verzocht niet in overtreding waren.
Er bleven dus 16 Limburgse handhavingsverzoeken over.

In onze verzoeken lieten we G.S. weten dat het ongewenst is om de niet vergunde belasting op de natuur te laten voortbestaan. We vroegen nog niet direct om daadwerkelijke handhaving (verwijderen van de illegale stallen/dieren), maar we verzochten wel om de nodige stappen te zetten, opdat zo snel mogelijk met een nieuwe vergunning een einde gemaakt kon worden aan de onvergunde situatie.

Over deze handhavingsacties hebben we eerder bericht in onze nieuwsbrieven van 23-1-’20 en 19-5-’20. Ook in ons recente jaarverslag 2020 hebben we er kort aandacht aan besteed. In ons jaarverslag staat dat het ging om 10 Limburgse gevallen. Dat is niet correct: daar hebben we in 2020 voor 15 bedrijven om handhaving verzocht (en nog 1 in 2019). In onze eerdere nieuwsbrieven staan de aantallen wel correct, maar maakten we foutjes bij de verdeling over de gemeentes. Daarom geven we hier nog even het correcte overzicht: het betreft 4 handhavingsverzoeken in Peel en Maas, 5 in Nederweert en 7 in Venray.

Zoals zo vaak bij het actiewerk van WBdP is het een kwestie van lang volhouden. Provincie Limburg (en waarschijnlijk is die provincie daarin niet de enige) is naar onze ervaring niet bepaald snel met het oplossen van zulke illegale veehouderij-uitbreidingen.
Inmiddels zijn we na zo’n anderhalf jaar van (zeer) vele mailwisselingen, waarschuwingen van de provincie aan de bedrijven, bezwaren van WBdP tegen weigering om handhavend op te treden en pro forma beroepen zo ver dat we weer eens de balans hebben opgemaakt:

Van de 16 Limburgse verzoeken hebben we recent in twee gevallen beroep ingediend tegen de weigering van G.S. om handhavend op te treden (1 bedrijf in Peel en Maas en 1 in Venray).

In drie gevallen is door G.S. inmiddels een nieuwe vergunning verleend, waarbij de stikstofuitstoot niet meer toeneemt (1 in Venray, 1 in Nederweert en 1 in Peel en Maas). (In twee gevallen gebeurde dat na bevredigend overleg tussen de adviseur van het bedrijf en WBdP.)
In één geval (in Nederweert) is de overtreding inmiddels beëindigd, doordat het bedrijf veel minder dieren is gaan houden.
In twee gevallen (in Peel en Maas) is ‘intern gesaldeerd’: met technieken er voor gezorgd dat de uitstoot niet meer toeneemt. Hiervoor was een nieuwe vergunning gevraagd, maar door een wetswijziging bleek voor zulke gevallen geen vergunning meer vereist te zijn. De provincie heeft de gevraagde vergunning ‘positief geweigerd’.
Bij de overige 8 bedrijven (5 in Venray en 3 in Nederweert) heeft de provincie ons verzekerd dat er een nieuwe vergunningsaanvraag is ingediend, waarmee na vergunningverlening de illegale situatie beëindigd zal zijn. We hebben daarom besloten om geen beroep in te dienen tegen de weigering van G.S. om op te treden. Uiteraard zal WBdP in de gaten houden of er ook spoedig ontwerp-vergunningen worden verleend en zullen we controleren of daarbij inderdaad alles in orde is!