Jan van de Kam fotografeert al 70 jaar de schoonheid van de Peel, en is nog niet uitgekeken!
[29-okt-2023] Wie kent niet de prachtige foto’s in de jaarverslagen van Werkgroep Behoud de Peel van Jan van de Kam. Vanaf de oprichting steunt Jan de werkgroep met raad en daad. Zeventig jaar legt hij al de bijzondere natuur in de Peel vast. Tijd dus voor een gesprekje bij hem thuis in Griendtsveen, een historisch pand uit het begin van de industriële turfwinning.
Jan is geboren aan de rand van de Peel, in de gemeente Bakel en begon als 15-jarige de natuur vast te leggen met een eenvoudig fototoestel en later ook met filmcamera. Inspirerende beelden maken en mensen de schoonheid van de natuur te laten zien was zijn motto. Als mensen de schoonheid van de natuur leren kennen, dan zullen ze eerder moeite doen om deze natuur te beschermen.
Zijn eerste baan was fotojournalist voor de toenmalige Helmondse Courant. Jan maakte foto’s bij het nieuws, deed ook sportfotografie en zorgde ‘s morgens heel vroeg dat de laatste correcties werden doorgevoerd voordat de krant werd gedrukt. Na een jaar bij de krant durfde Jan de stap te maken naar een leven als zelfstandig fotograaf en ging freelance werken. Liefde voor de natuur werd zijn leidmotief. De slikken bij Bergen op Zoom en de Zeeuwse Delta waren voor hem op fietsafstand. Zo leerde hij nieuwe natuurgebieden kennen en werd zijn horizon verbreed. Dit leidde al snel tot films over de Biesbosch (een eigen project) en het Project Saeftinghe (gefinancierd door het Zeeuws Landschap), de grote stern en de Oosterschelde. Landelijke bekendheid kreeg hij door een prachtig fotoboek over de Waddenzee .
Projecten begonnen met een idee, er werden beelden gemaakt en geleidelijk ontstond dan een boek of film. Soms konden deze projecten worden ondergebracht bij natuurorganisaties als Natuurmonumenten, maar andere projecten werden uit eigen zak gefinancierd. Jan trok in deze jaren dan ook vaak het land in. Dan hield hij een lezing met dia’s, waarna hij na de pauze zijn films vertoonde. Dat was geen vetpot. Vaak werden alleen reis- en verblijfkosten vergoed, maar dat zorgde er wel voor dat hij in allerlei uithoeken van Nederland kwam, waardoor hij voor hem nieuwe natuurgebieden kon ontdekken en vastleggen.
Het boek over de Waddenzee, met de enorme aantallen arctische trekvogels in de winter, zou van grote betekenis worden voor zijn latere werk. Hij leerde allerlei vogelonderzoekers kennen, zoals Theunis Piersma, hoogleraar in Groningen, die zich bezig hield met de migratie van steltlopers. Met Piersma en zijn medewerkers ging hij mee naar Siberië en westelijk Afrika om steltlopers vast te leggen in respectievelijk hun broedgebieden en winterkwartier, dezelfde soorten die hij zo goed kende van de Waddenzee. Werken in deze tropische “waddengebieden” in Mauritanië en Senegal waren wel een eyeopener. Natuurbescherming viel hier in het niet bij de sociale/economische problemen van de lokale bevolking.
Er volgden vele foto en filmprojecten met de trekvogelwetenschappers aan de Oostkust van de Pacific, waar miljoenen vogels van Oost-Siberië via de Gele Zee naar Australië vliegen in de nazomer en in voorjaar weer via vergelijkbare routes (zg flyways) 5.000-10.000 km terugvliegen naar hun broedgebieden. Dit resulteerde in een van Jans mooiste fotoboeken “Invisible connections” (in het Engels, Koreaans en Chinees) over de Gele Zee, gefinancierd door Wetlands International. Dit boek kunt u via deze link gratis downloaden.
Jan heeft een oneindig aantal uren doorgebracht in de Peel. In 2020, midden in de coronatijd, heeft dit geleid tot een schitterend boek “De Peel in 4 seizoenen”, een ode aan de Peel (waarvan nog enkele exemplaren te koop zijn). Hier laat hij zien hoe bijzonder de Peel is, met een historische foto van de verdwenen korhoen, maar ook met voor de Peel nieuwe soorten als de grote zilverreiger.
Hij heeft de Peel in zijn leven zien veranderen, niet altijd ten goede… Een project over de grauwe klauwier in de Peel, die hagedissen voert aan zijn jongen, is niet meer mogelijk, omdat de hagedis vrijwel verdwenen is. Van natuurherstelwerkzaamheden wordt Jan vooralsnog niet enthousiast. Je kunt wel houtopslag weghalen in de Mariapeel, maar zolang de stikstofdepositie in de Peel veel te hoog blijft en het waterpeil te wisselend, is het slechts symptoombestrijding.
Voor Jan is het nog geen tijd om achter de geraniums te zitten. Er is nu minder druk om verkoopbare foto’s te maken en daardoor meer tijd om in fotoprojecten te steken waar de slagingskans minder groot is. Zo trekt Jan er nu nog regelmatig op uit om in de Waddenzee slechtvalken te fotograferen, die op fouragerende steltlopertjes jagen.
Nog vele gezonde jaren, Jan!