Van de beregening in de drup!
[7-nov-2024] Het beschermen van de door ons geliefde Peelgebieden spitst zich over al die jaren heen vooral toe op stikstof en verdroging. De laatste jaren maken we ons ook steeds meer zorgen over het gebruik van bestrijdingsmiddelen op de landbouwpercelen rondom de Peel. We zien de intensieve teelten steeds meer oprukken richting de randen van de natuurgebieden. Denk bijvoorbeeld aan bollenteelt, graszoden, maar ook voedselgewassen zoals aardappelen en uien. Vaak komen deze teelten in de plaats van grasland. Deze teelten zijn niet alleen water intensief, maar worden ook relatief vaak bespoten met bestrijdingsmiddelen. Maar goed, in deze nieuwsbrief brengen we u graag op de hoogte van de dossiers op het gebied van één van onze gouwe ouwe aandachtspunten: beregening. Een lange adem blijft hierbij nodig!
Beregeningsputten in de hydrologische bufferzones van de Peelgebieden
Voor beregeningsputten in de hydrologische bufferzones die in gebruik zijn genomen vóór 10 juni 1994 geldt een vergunningsvrijstelling. Dat betekent dat er voor putten die aantoonbaar van vóór die datum zijn (en waarvoor destijds enige vorm van toestemming was) geen natuurvergunning nodig is. Echter: de provincie en het waterschap kunnen voor de meeste putten niet aantonen wanneer de putten zijn geslagen. Er is in dat geval dus geen aantoonbaar bewijs, waardoor WBdP van mening is dat er voor die putten een vergunningplicht geldt. WBdP heeft daarom in februari 2023 een handhavingsverzoek naar zowel provincie Noord-Brabant als Limburg gestuurd om op te treden tegen het gebruik van deze putten zonder natuurvergunning. De provincies hebben ons om tijd gevraagd om onderzoek te doen naar de feitelijke situatie. Dit onderzoek bestaat uit een veld- en/of een archiefonderzoek.
Daarnaast wordt er ook gewerkt aan een Hydrologische Systeem Analyse (HSA) om de effecten van beregening beter te kunnen bepalen. Volgens de provincies is dit nodig omdat de tot nu toe gebruikte hydrologische modellen verouderd zijn. De provincies stellen dus dat er eerst weer nieuw onderzoek moet komen om de effecten van maatregelen te voorspellen in plaats van dat er meteen echt maatregelen getroffen kunnen worden. Wij zijn het daar niet mee eens en beschouwen dit vooral als een vertragingstactiek. Er zijn al zoveel onderzoeken gedaan waaruit blijkt welke maatregelen nodig zijn om het steeds ernstiger wordende droogteprobleem aan te pakken. Toch zijn door die HSA juridische vervolgstappen nu lastig. Bovendien zullen die niet tot een beslissing leiden voordat het onderzoek is afgerond (in 2025). WBdP zit aan tafel bij de HSA om ervoor te zorgen dat de Peelbelangen goed worden meegenomen. We houden onze handhavingsverzoeken aan, maar we wachten waarschijnlijk nog even met het afdwingen van een antwoord daarop.
Toch hebben we niet stilgezeten, zoals uit het volgende blijkt:
Onrechtmatige verplaatsing van beregeningsputten richting de Peelgebieden
In het beheerplan van de Peelgebieden is geregeld dat er alleen sprake mag zijn van verplaatsingen van beregeningsputten binnen de hydrologische bufferzones indien er op een grotere afstand van de Peel onttrokken gaat worden. Uit eigen onderzoek blijkt echter dat zowel bij de Groote Peel als bij de Deurnese Peel/Mariapeel sprake is van verplaatsingen richting de Peel. Navraag bij de aterschappen leerde ons dat zij van mening zijn dat dat wel is toegestaan, mits de verplaatste put dichter bij een ander beschermd gebied lag. WBdP is het daar niet mee eens. Het Natura2000-beheerplan van de Peelgebieden is heel duidelijk. Binnen de bufferzones geldt een stand-still ten aanzien van nieuwe putten en er mag alleen verplaatst worden binnen de bufferzones als de put verder van de Peel komt te liggen. WBdP heeft daarom vier handhavingsverzoeken betreffende onrechtmatig verplaatste putten verstuurd naar provincie Noord-Brabant en 18 handhavingsverzoeken naar provincie Limburg. Hier is geen HSA voor nodig. Dit mag gewoon niet.
Gebruik van 13 ongeregistreerde putten in Limburgs deel van de bufferzone Groote Peel
Door een eigen veldonderzoek hebben wij in het Limburgse deel van de bufferzone van de Groote Peel 13 putten gevonden die niet geregistreerd zijn bij het waterschap. Een deel van deze putten is de afgelopen jaren blijkens ons onderzoek gebruikt om te beregenen. Het waterschap gaf aan dat dat niet hoeft te betekenen dat de put illegaal is. De gevonden put kan namelijk het resultaat zijn van een verplaatsing, was het antwoord. WBdP heeft vervolgens bij het waterschap opgevraagd welke gegevens er in hun administratie aanwezig zijn van de 13 ongeregistreerde putten die wij hebben geconstateerd. Uiteindelijk
bleek: helemaal niets! Voor ons was dat voldoende aanleiding om aan provincie Limburg handhavingsverzoeken te versturen betreffende deze 13 putten, vanwege het ontbreken van een natuurvergunning.
Nog steeds geen hydrologische bufferzones voor de Peelrestanten Het Zinkske en De Bult
Voor de Peelrestanten Het Zinkske en De Bult is aan de Limburgse zijde nog steeds geen hydrologische bufferzone gedefinieerd (Brabant deed dat wel). Uiteindelijk hebben we in 2023 besloten om provincie Limburg op te roepen om handhavend op te treden tegen beregeningputten binnen 1 km van de twee Peelrestanten aan de Limburgse zijde. Vanuit de provincie kregen we te horen dat het probleem van de ontbrekende zone mee zou worden genomen binnen het lopende onderzoek van de HSA (Hydrologische Systeem Analyse). We hebben echter het gevoel aan het lijntje te worden gehouden. Dit najaar hebben we daarom een termijnstelling gestuurd op ons handhavingsverzoek uit 2023. We schreven daarbij nogmaals dat ook aan de Limburgse zijde snel een bufferzone dient te worden ingesteld, om aan de doelstellingen van de Habitatrichtlijn/Natura2000 te kunnen voldoen.
Hoger beroep vanwege uitspraak ‘bestaand recht’ van beregeningsputten
Bij het opstellen van het Natura2000-beheerplan van de Peelgebieden hebben de provincies Noord-Brabant en Limburg gepoogd een natuurvergunning-vrijstelling op te nemen voor beregeningsputten in de hydrologische bufferzones rond de Peel. Dit ondanks het feit dat uit meerdere onderzoeken al was gebleken dat beregening in de bufferzones een negatieve, verdrogende invloed heeft op de Peel. Om die reden heeft WBdP dan ook haar gelijk gehaald
bij de hoogste rechter en is de vrijstelling recent weer uit het beheerplan geschrapt. Verschillende agrariërs zijn vervolgens naar de rechtbank
Oost-Brabant gestapt om daar weer bezwaar tegen te maken. Zij wilden de vrijstelling terug in het beheerplan. De rechter is daarmee niet akkoord gegaan. Daar zijn we uiteraard zeer tevreden mee. Op het vlak van bestaand recht deed de rechtbank echter wel een opmerkelijke uitspraak. Volgens haar hoeft er op 10 juni 1994 geen toestemming voor de beregeningsput te zijn geweest, als men maar kan aantonen dat de put vóór die datum is aangevangen. De toestemming moet er inmiddels wel zijn, maar mag na de referentiedatum alsnog zijn verleend. WBdP is het daar niet mee eens. De datum 10 juni 1994 is weliswaar de referentiedatum voor de Peel (vanwege de Vogelrichtlijn), maar tot nu toe is het altijd zo geweest dat er, indien op die datum niet beschikt
werd over een natuurvergunning, er wel sprake moest zijn van een andere vorm van toestemming van vóór die datum. WBdP heeft daarom hoger beroep ingediend en vraagt de Raad van State om de natuurvergunningplicht voor grondwateronttrekkingen in de bufferzones rondom de Peelvenen in stand te laten, maar om het oordeel van de rechtbank over de bestaande rechten als niet bindend te verklaren.