Beroepen tegen beregening in Limburg
[9-sep-2025] Vaste nieuwsbrieflezers weten dat Werkgroep Behoud de Peel (WBdP) zich al jaren verzet tegen beregening uit grondwater zonder natuurvergunning in de hydrologische bufferzones rondom de Groote Peel, Mariapeel en Deurnese Peel. Het is opvallend hoe verschillend de provincies Noord-Brabant en Limburg met deze problematiek om gaan.
In de afgelopen weken heeft WBdP een belangrijke nieuwe stap gezet door in beroep te gaan tegen de afwijzing van onze handhavingsverzoeken in Limburg. Lees er alles over in deze nieuwsbrief. We beginnen met een inleiding over wat er aan deze beroepen vooraf ging en daarna volgt een uiteenzetting over onze beroepen tegen provincie Limburg en hoe Noord-Brabant onze handhavingsverzoeken oppakt.
Wat er aan onze beregeningsberoepen vooraf ging
Begin 2023 diende WBdP handhavingsverzoeken in bij provincie Noord-Brabant en Limburg, betreffende beregening uit grondwater binnen de hydrologische bufferzone rond de Groote Peel, Mariapeel en Deurnese Peel. Dit omdat er voor de beregeningsputten niet beschikt wordt over een natuurvergunning. Ons verzoek betrof alle bij het waterschap bekende putten.
Ook dienden wij begin 2023 een dergelijk verzoek in bij provincie Limburg, betreffende beregening aan de Limburgse kant van de Peelrestanten De Bult en het Zinkske (onderdeel van de Deurnese Peel), tot op dezelfde afstand als aan de Brabantse kant van die gebieden. Provincie Noord-Brabant heeft om die gebieden aan haar kant namelijk wel een bufferzone ingesteld, maar Limburg heeft dat ons inziens onterecht verzuimd.
In september 2024 diende WBdP een handhavingsverzoek in bij provincie Limburg betreffende beregeningsputten die bij het waterschap niet bekend zijn (en die dus als nieuw dienen te worden beschouwd), plus voor putten die vanuit elders verplaatst zijn naar binnen de bufferzone.
Onze stichting deed de handhavingsverzoeken, omdat het uit meerdere onderzoeken blijkt dat grondwateronttrekkingen binnen de bufferzones negatief zijn voor de waterstand in de Peel. Zeker in jaren dat het toch al droog is, wordt de waterstand er nog significant door verlaagd.

Om in de Peel het hoogveen te laten herstellen (Europees en nationaal doel) dient de waterstand binnen de bufferzones juist flink te worden verhoogd. Daartoe zal er onder andere meer nieuwe natuur dienen te worden begrensd. Daarnaast is er wellicht plek voor natte vormen van landbouw, mits dat kan samengaan met de benodigde biodiversiteit binnen de bufferzones.
Zeker intensief grondgebruik, zoals voor graszoden, lelies, coniferen, groentes e.d. (met veel water- en gifgebruik), hoort daarom binnen de bufferzones niet thuis.
Voor extensief grondgebruik met hoge waterstand is wat WBdP betreft onder bepaalde voorwaarden natuurvergunningverlening mogelijk, mits dat het hoogveendoel niet in de weg staat.
Provincie Limburg weigert te handhaven, WBdP maakt bezwaar
Provincie Limburg weigerde te handhaven op onze verzoeken van begin 2023. Ook werd dit geweigerd op ons verzoek van september 2024, terwijl in het Natura 2000-beheerplan staat dat het gebruik van nieuwe putten en het verplaatsen van putten in de richting van de Peel niet is toegestaan zonder natuurvergunning. Er restte ons daarom weer eens niets anders dan te gaan procederen, iets dat (zoals helaas zo vaak) een lange periode van volhouden vergt, terwijl voor de Peelnatuur juist haast geboden is!
In januari van dit jaar maakten we bezwaar tegen de weigering van Limburg om te voldoen aan onze eerste handhavingsverzoeken en in februari deden we dat tegen de weigering betreffende de onbekende en de verplaatste putten. Vervolgens dienden we in juli en in augustus beroep in tegen de beide definitieve weigeringen van Limburg tot handhaving bij de rechtbank Limburg. (Als u meer wilt weten over wat er de afgelopen jaren aangaande beregening rond de Peel gebeurde, zie dan onze diverse nieuwsberichten hieromtrent op onze website)

Samenvatting van de beroepen
Omdat onze beroepen vrij uitgebreid zijn, geven we hieronder een samenvatting:
Provincie Limburg wijst onze verzoeken af, omdat het niet mogelijk zou zijn om een potentieel significant negatief effect per individuele wateronttrekking te bepalen. Ook zijn volgens haar een archiefonderzoek naar eventuele bestaande rechten (toestemming van vóór 10-6-1994) voor de putten en een nieuw hydrologisch onderzoek nog niet afgerond.
Volgens ons draait de provincie ten onrechte de bewijslast om. Indien significant negatieve effecten niet op voorhand kunnen worden uitgesloten, is er volgens de jurisprudentie een natuurvergunningplicht. Daar is alleen een uitzondering op als uit een (door degene die de grondwateronttrekking uitvoert) verrichte voortoets de conclusie kan worden getrokken dat negatieve effecten zijn uitgesloten. Dergelijke voortoetsen zijn niet uitgevoerd, dus is er vergunningplicht.

Dat de provincie ten onrechte de bewijslast omdraait steekt nog te meer, omdat er diverse onderzoeken zijn waaruit blijkt dat grondwateronttrekking rondom de Peel negatief is (waaronder zelfs een paar in opdracht van de provincie zelf).
Wij noemen er in onze beroepen enkele van en daarnaast hebben we meerdere onderzoeken gepresenteerd en voor de rechtbank samengevat in een apart overzicht. Dit overzicht staat op onze website. We wijzen ook op uitspraken van de Raad van State uit 1998 en 2001, waarin al werd geoordeeld dat beregening rond de Peel natuurvergunningplichtig is en dat daarbij behalve het effect van één put ook het cumulatieve effect van alle putten meegewogen dient te worden.
We maken een vergelijking met de stikstofproblematiek: omdat de Peelvenen sterk stikstofoverbelast zijn, geldt in principe voor ieder project, hoe klein dan ook, dat met zijn depositie een bijdrage levert aan die overbelasting, dat significante effecten niet op voorhand uit te sluiten zijn. Omdat de Peel reeds sterk te lijden heeft van droogte, geldt voor beregening hetzelfde: elke extra verdroging is natuurvergunningplichtig.
Wat betreft het archiefonderzoek naar bestaande rechten stellen we dat dit vanwege een recente uitspraak van de Raad van State minder relevant is geworden. Zelfs indien er al vóór de referentiedatum een toestemming zou zijn verleend, dan geldt een uitzondering van de natuurvergunningplicht alleen als die beregening daarna steeds ongewijzigd is voortgezet. Volgens ons zal dat bijna nooit het geval zijn, onder meer omdat het grondgebruik rond de Peel -en daarmee ook de beregening- veel intensiever is geworden.

Ook de nog plaatsvindende hydrologische systeemanalyse (HSA) Peelvenen doet ons inziens niet af aan de natuurvergunningplicht. Met die HSA wordt voornamelijk beoogd om de beregeningsinvloed nog gedetailleerder dan voorheen te berekenen en ook om vernattingsmaatregelen te beoordelen op hun effectiviteit. De maatregelenpakketten die uit de HSA voortvloeien kunnen mogelijkerwijs gebruikt worden in het kader van de vergunningverlening, maar hebben geen invloed op de natuurvergunningplicht op zich.
Bij ons beroep betreffende de beregeningsputten die bij het waterschap niet bekend zijn en de putten die naar de bufferzone van de Peel verplaatst zijn, wijzen wij er uiteraard op dat daarvan in het beheerplan is geconcludeerd dat hiervoor een individuele natuurvergunningprocedure inclusief passende beoordeling moet worden doorlopen.
Provincie Noord-Brabant doet het anders
Provincie Noord-Brabant heeft, in tegenstelling tot provincie Limburg, onze handhavingsverzoeken niet afgewezen. Betreffende onze verzoeken van begin 2023 berichtte ze ons dat in 2025 een selectie van 25 adressen met putten dicht bij de Peel gecontroleerd zal worden. (Daarbij wordt o.a. gekeken of er sprake is van bestaand gebruik en naar de precieze ligging van de putten.) Op basis van de controles wordt per geval beoordeeld of er handhavend moet worden opgetreden. De provincie verwacht wel dat dit vaak het geval zal zijn, zo werd ons medegedeeld.
Onze handhavingsverzoeken gaan de aan de Noord-Brabantse kant volgens de provincie om zo’n 150 putten. Mede daarom kan de provincie volgens haar in 2025 niet alles afwerken. Ook zegt de provincie geen termijn te kunnen geven waarbinnen alles wel afgewerkt zal zijn. Om dat enigszins op te lossen hebben we afgesproken om periodiek de voortgang met elkaar te bespreken.
De Noord-Brabantse aanpak is voor ons ook niet helemaal bevredigend, maar het is in ieder geval geen afwijzing zoals bij Limburg. Een duidelijk verschil met Limburg is ook dat Noord-Brabant niet stelt dat het bij handhaving enkel gaat om het effect van één enkele put, maar dat het cumulatieve effect meetelt. Op dit verschil in aanpak met Limburg hebben wij uiteraard gewezen in onze beroepen bij de rechtbank Limburg.

Noord-Brabant legt last onder dwangsom op
Net als bij provincie Limburg dienden we ook bij Brabant (in november 2024) een handhavingsverzoek in betreffende beregeningsputten die ongeoorloofd verplaatst waren. Het ging hier om vier gevallen waarin waterschap Aa en Maas toegelaten had dat putten die gelegen waren binnen de bufferzone van de Peel verplaatst werden, waarbij de afstand tot de Peel afnam. Volgens het Natura 2000-beheerplan voor de Peel is dit zonder natuurvergunning niet toegestaan.
In april van dit jaar kondigde de provincie voor deze vier gevallen aan dat ze voornemens was om een dwangsom op te leggen. Op 1 augustus werd dit voor drie van de vier gevallen definitief. De betreffende putten dienen te worden afgedicht. Naar verwachting zal dit binnenkort ook voor de vierde zaak gaan gelden.
Duidelijk verschil dus met provincie Limburg, die zelfs weigert te handhaven op zulke zaken die volgens het beheerplan niet geoorloofd zijn. Waterschap Aa en Maas heeft ons toegezegd dat ze dergelijke putverplaatsingen voortaan niet meer zal toestaan.
Zelfs op duidelijk nieuwe put handhaaft Limburg niet!
In maart van dit jaar dienden wij bij provincie Limburg een handhavingsverzoek in betreffende een recent nieuw gemaakte beregeningsput (geconstateerd door een van onze vrijwilligers) nabij het Peelrestant en Natura 2000-gebied Sarsven en De Banen.
Net als bij onze hierboven genoemde handhavingsverzoeken wees de provincie ons verzoek om de volgende redenen af:
– er is geen methodiek beschikbaar om de effecten per individuele wateronttrekking te bepalen.
– de hydrologische systeemanalyse Peelvenen (HSA) is nog niet afgerond.
– het is nog niet duidelijk of er voor de betreffende put een referentiesituatie is.
Eind juli hebben wij tegen deze weigering bezwaar ingediend, met samengevat de volgende argumenten:
– In het Natura 2000-beheerplan voor Sarsven en De Banen is de bepaling opgenomen dat het gebruik van nieuwe beregeningsputten niet is toegestaan.
– De HSA wordt alleen voor de Peel gedaan; niet voor Sarsven en De Banen. Dit argument geldt dus niet voor de onderhavige put. Los daarvan kan het niet de bedoeling zijn dat lopende een onderzoek, dat o.a. gericht is op de vraag welke maatregelen getroffen kunnen worden om de waterhuishouding in het natuurgebied te herstellen, tegelijkertijd nieuwe onttrekkingen, in strijd met het beheerplan, worden toegelaten!
– De overweging betreffende de onduidelijkheid over de referentiesituatie is niet van toepassing, omdat het hier duidelijk een nieuwe put betreft. Voor een nieuwe put kan die referentie nooit bestaan. Daar is geen onderzoek voor nodig.
