Raad van State kritisch over aanpak stikstofdepositie
[13-jun-2012] DEN HAAG – De Raad van State heeft in april een advies uitgebracht over het conceptplan van staatssecretaris Bleker voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Dit plan is erop gericht om de neerslag (depositie) van stikstofverbindingen (waaronder ammoniak) op natuurgebieden terug te dringen. Werkgroep Behoud de Peel heeft het advies aandachtig bestudeerd en stelt vast dat de Raad van State diverse vraagtekens plaatst bij de opzet, uitvoering, tijdpad en het uiteindelijke effect van dit plan. De Raad van State stelt dat gegarandeerd moet zijn dat Nederland de natuurdoelen van Natura2000 binnen een redelijke termijn zal bereiken en dat de tijd die Nederland daarvoor neemt ecologisch verantwoord moet zijn. Werkgroep Behoud de Peel vraagt zich hardop af hoe de Nederlandse overheid die eis voor de zwaarbelaste Peel (en andere natuurgebieden) waar kan maken.
Kritische depositie
De kritische depositie van stikstofverbindingen (waaronder ammoniak) voor hoogveengebieden als de Peel bedraagt 400 mol per hectare per jaar. (Onder kritische depositie wordt die hoeveelheid stikstofhoudende verbindingen verstaan die hoogveen maximaal kan verdragen zonder verlies van soorten). In de praktijk slaat er een veelvoud neer in de Peel van 1.200 tot 3.000 mol per jaar. De reductiemaatregelen die tot dusver door de overheid zijn gelanceerd, bestaan uit een aantal extra, technische maatregelen bovenop het zogeheten generieke beleid. De reductie die daarmee wordt behaald, stelt bijzonder weinig voor, aldus Werkgroep Behoud de Peel.
Het kabinet wil met het ‘generiek beleid’ de uitstoot van stikstofverbindingen reduceren met 15 procent. Uitgaande van een gemiddelde depositie in de Peel van zo’n 2.200 mol per jaar blijft na reductie met 15 procent nog altijd 1.870 mol per jaar over. Daarbovenop wil demissionair staatssecretaris Bleker met extra technische maatregelen (PAS-reductie) nog wat extra’s doen. Dat levert maximaal een afname op van de neerslag van stikstofverbindingen van 135 mol per jaar (ofwel circa -5 procent).
Depositie de Peel
Met bovenstaande maatregelen komt de depositie in de Peel dan uit op 1.735 mol (ofwel een totale reductie van ongeveer 20 procent). Aangezien de kritische depositie voor hoogveen maximaal 400 mol bedraagt, leveren de plannen van het kabinet nog altijd een forse overschrijding (400 procent) op van de afgesproken norm. Tegelijkertijd wil het kabinet de helft van de moeizaam behaalde reductie direct weer uitgeven om veehouderijen extra ‘ontwikkelingsruimte’ te bieden zonder dat hiervoor gesaldeerd hoeft te worden!
Salderen betekent dat op lokaal niveau een toename van de stikstofneerslag moet worden gecompenseerd door een evenredige afname. Er blijft dan dus nog maar zo’n 10 procent reductie over. En dan gaat de overheid er bij de genoemde cijfers ook nog van uit dat alle technieken goed werken. Dat is in de praktijk lang niet altijd het geval.
De Raad van State stelt in haar advies dat het benutten van de zogeheten ontwikkelingsruimte alleen mogelijk is indien in de gebiedsanalyse (die onderdeel uitmaakt van de Programmatische Aanpak Stifstof), brongerichte en gebiedsgerichte maatregelen zijn gewaarborgd, zodat de natuurwaarden in de Natura 2000-gebieden behouden blijven, herstel daarvan plaatsvindt, danwel beide opties niet onmogelijk worden. “Gelet op het geringe resultaat die het kabinet met de PAS in de praktijk zal boeken, zal het behoud en/of het herstel bijzonder lastig door de overheid onderbouwd kunnen worden”, aldus Werkgroep Behoud de Peel.
Afschaffen dierrechten
Daar komt nog bij dat er momenteel in Den Haag hardop wordt nagedacht over het afschaffen van de dierrechten, met bijbehorende compartimenten. Daardoor bestaat er een reëel gevaar dat er nog meer dieren in de Peelregio worden gehuisvest. Hiermee wordt in de PAS geen enkele rekening gehouden..
Dit betekent dat de toch al minieme winst die met de PAS wordt geboekt ook nog eens geheel of gedeeltelijk teniet kan worden gedaan. Anders geformuleerd: door inzet van techniek daalt de emissie nauwelijks, maar het aantal dieren kan nog verder stijgen. Daarmee worden de problemen die de intensieve veehouderij veroorzaakt nòg moeilijker oplosbaar!
Maatregelen onontkoombaar
Om de kwetsbare natuur in een Natura2000-gebied als de Peel te beschermen tegen deze verslechtering, zijn volgens de PAS passende maatregelen (‘herstelstrategieën’) onontkoombaar. In de praktijk zal dat neerkomen op bijv. het afplaggen van natuurgebieden of het treffen van hydrologische maatregelen. Afgezien van de stikstofproblematiek zijn er echter nu al extra hydrologische maatregelen rondom de Peel (maar ook andere verdroogde N2000-gebieden) nodig om de Habitat-doelen te behalen.
Anders gezegd: hydrologische maatregelen kunnen niet beschouwd worden als een compensatiemaatregel voor de stikstofneerslag. Bovendien: zelfs al zou de hydrologie perfect zijn geregeld, dan nog blijft met de PAS de stikstofneerslag in de Peel veel te hoog. Beheer (zagen, maaien, plaggen, e.d.) blijft daardoor noodzakelijk. Dat beheer wordt echter veel lastiger uitvoerbaar naarmate het gebied natter wordt. Dit betekent volgens Werkgroep Behoud de Peel onherroepelijk nog meer schade en verstoring van de kwetsbare natuur in de Peel.
Goede ecologische onderbouwing
De Raad van State geeft op dit punt aan dat een goede ecologische onderbouwing van het tijdpad waarbinnen de instandhoudingsdoelen worden bereikt, niet kan worden gemist. Temeer omdat de PAS zich in eerste instantie richt op behoud en niet op herstel van de natuurkwaliteit. Dit vergt, aldus de Raad van State, een goede ecologische onderbouwing van het tijdpad waarbinnen de instandhoudingsdoelen worden bereikt, waarbij hoge wetenschappelijke kwaliteitseisen gelden voor de gebiedsanalyses en de herstelstrategieën. Het oordeel van de Raad van State is echter helder en duidelijk: ‘De concept-PAS schuift die beoordeling ten onrechte door naar de nog vast te stellen beheerplannen.’
In dit verband wijst de Raad van State op vaste rechtspraak van het Hof van Justitie over de zogeheten ‘resultaatsverplichting’. Daarin staat dat lidstaten van de EU dienten te anticiperen op mogelijke verslechteringen en verstoringen, zodat zij niet mogen wachten met het nemen van maatregelen tot de verslechtering of verstoring daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Legalisering bestaande activiteiten
Bovenstaande verplichting geldt volgens de Raad van State doorlopend en is ook van toepassing op reeds bestaande activiteiten die een kwaliteitsverslechtering of een significante verstoring kunnen veroorzaken. Deze activiteiten moeten in dat geval beëindigd worden. Of er moeten verzachtende maatregelen worden genomen om de negatieve effecten tegen te gaan. Deze passage in het advies van de Raad van State betekent volgens Werkgroep Behoud de Peel dat uitbreidingen die in het verleden hebben plaatsgevonden, niet zomaar gelegaliseerd kunnen worden.