Uitspraak rechtbank op beroep tegen Vliegbasis De Peel

[24-sep-2025] In 2024 was Werkgroep Behoud de Peel (WBdP) in beroep gegaan tegen de weigering van het ministerie van LNV om handhavend op te treden of om passende maatregelen te treffen op vliegbasis De Peel. Zie ons nieuwsbericht van toen via deze link.
De rechter heeft ons beroep gegrond verklaard. Lees er alles over in deze nieuwsbrief.

De kwestie samengevat:

Op de voormalige vliegbasis De Peel in Noord-Limburg, binnen de hydrologische bufferzone rond De Bult (onderdeel van Natura 2000-gebied Deurnese Peel) wordt veel grondwater onttrokken. De start- en landingsbaan is gedraineerd. Aan de zuidkant van de basis wordt het afvoerwater van die drainage met een gemaal in een hoger gelegen sloot van waterschap Aa en Maas gepompt (een ‘onderbemaling’). Aldus wordt het grondwaterniveau op de basis kunstmatig laag gehouden. Het gemaal heeft een capaciteit van maar liefst 600.000 m3 per jaar.

WBdP vroeg het ministerie in mei 2023 om hiertegen handhavend op te treden, of om ‘passende maatregelen’ (verbeteringsmaatregelen) te treffen, indien sprake zou zijn van bestaand gebruik dat geen natuurvergunning behoeft.

De reden van ons verzoek is dat De Bult op minder dan 1 km ten zuiden van de basis is gelegen. Hoe lager de waterstand op de basis kunstmatig wordt ingesteld, des te meer water er vanuit De Bult ondergronds naar de basis wegstroomt.

Omdat het ministerie weigerde om ons verzoek te honoreren zijn wij daartegen in maart 2024 in beroep gegaan.

Uitspraak rechtbank

Op 17 september heeft de rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan op het beroep van WBdP aangaande de drainage op vliegbasis. De rechtbank oordeelt dat er geen natuurvergunning vereist is, omdat de drainage (incl. onderbemaling) al vergund was met de Hinderwetvergunning van 1991. (Die vergunning kregen wij overigens pas ruim nadat wij ons beroep hadden ingesteld, omdat Defensie die eerst weigerde te geven.)

Het feit dat er voor de onderbemaling geen lozingsvergunning van waterschap Aa en Maas is gevraagd/verleend, is volgens de rechtbank niet van belang voor De Bult. Ons beroep tegen de weigering om te handhaven is daarom ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt echter dat ons beroep betreffende de weigering om passende maatregelen te treffen wel gegrond is!

Volgens de rechtbank dienen er passende maatregelen getroffen te worden, omdat er sprake is van dreigende verslechtering van het hoogveenrestant De Bult. De drainage/onderbemaling mag alleen worden voortgezet indien blijkt dat er voldoende andere maatregelen getroffen worden die de verslechtering tegengaan.

Het ministerie verwees daarvoor naar het LESA-rapport (landschaps-ecologische systeemanalyse) dat gemaakt is i.h.k.v. de ‘gebiedsgerichte aanpak’ voor De Bult, maar daaruit blijkt volgens de rechtbank onvoldoende welke maatregelen getroffen gaan worden en of die voldoende zijn. 

Daarbij speelt mee dat er onvoldoende informatie is over het effect van de drainage. Hoe groter dat effect, des te minder aanleiding om van stoppen af te zien, volgens de rechtbank. 

Ook is er nog geen besluit genomen over reactivering van de vliegbasis. Wanneer de vliegbasis niet gereactiveerd wordt, is volgens de rechtbank het belang om met de drainage door te gaan kleiner.

Conclusie: het beroep van WBdP wordt gegrond verklaard, omdat de staatssecretaris de weigering om passende maatregelen te treffen onvoldoende heeft gemotiveerd. Binnen 12 weken moet er over die maatregelen een nieuw besluit worden genomen.